Va, vis et deviens

Ruim 23 eeuwen lang leefden enkele tienduizenden zwarte joden, de Falashas, in de bergen van Ethiopië. Door de hongersnood in 1984 worden velen van hen met duizenden andere Afrikanen naar vluchtelingenkampen in Soedan gedreven. Samen met de VS organiseert Israël een luchtbrug om die zwarte geloofsgenoten naar het beloofde land te halen, operatie Mozes. Hongersnood en vervolging waren hun deel in de kampen in Afrika, strenge controle van de afkomst, racisme en integratieproblemen in Israël.

"Va, Vis et Deviens" vertelt het verhaal van een negenjarig niet-joods Ethiopisch jongetje dat door zijn moeder wordt binnengesmokkeld op zo'n evacuatievlucht: "Ga, leef en word wat!". De jongen wordt beschouwd als wees en in Tel Aviv geadopteerd door een liberaal Frans-joods gezin. Vanaf nu heet hij Salomon, ofwel Schlomo. Hij wordt de beste leerling van de klas en van de rabbi. Maar hij groeit op met de angst op ontdekking: hij is geen wees en hij is niet joods. Hij ontdekt de joodse en westerse cultuur, de liefde, maar ook het racisme en de oorlog in de bezette gebieden. Hij wordt joods, Israëli en Frans, maar hij vergeet nooit zijn echte moeder, die achterbleef in het vluchtelingenkamp. Vooral als hij verliefd wordt op een meisje uit een orthodox-joods milieu, van wie de vader de Falashas niet als joden beschouwt, komt hij in conflict met zichzelf.